Op zoek naar de ambtenaar in F. Springer

.

springer3Lang voordat ik wist dat ik als ambtenaar door het werkende leven zou gaan, las ik het werk van F. Springer. Hij kwam in het kader van het Boekenweekgeschenk naar onze middelbare school en ik herinner me dat hij voldeed aan het beeld van een schrijver. Hij wekte niet zozeer sympathie op, maar bewondering. Gewend aan Mulisch op televisie paste Springer in het beeld van de Schrijver: gedistingeerd, wat afstandelijk, man natuurlijk. Later zou ik hoogleraren treffen die ook aan dit beeld voldoen. Ook veelal schrijvers natuurlijk en wat verstrooid.

Het is moeilijk voor te stellen dat juist Springer de meeste jaren van zijn werkend bestaan heeft doorgebracht in moeilijke omstandigheden waar  vooral een praktische instelling gewenst was. Papierschuiven, dat wilde de ambtenaar Carel Jan Schneider nou juist niet. Het was letterlijk een voeten-in-de-klei-type.

Jaren later pakte ik de boeken van F. Springer er weer bij. Inmiddels lees ik heel andere dingen dan vroeger. Vroeger vond ik de boeken van Springer vooral spannend. Nu begon ik de onrust te voelen bij sommige personages. De personen die de publiek zaak willen dienen maar zich afvragen of de weg die door de superieuren werd bewandeld nou wel de juiste was. De ongelooflijk grappige manier, vaak zit het venijn bij Springer in de bijzin, waarop formeel beleid wordt uitgelegd.

Nu wil ik op zoek gaan naar de ambtenaar in F. Springer. Wat schreef Carel Jan Schneider in interne documenten? Is daar iets terug te vinden van de toon van F. Springer, zijn betrokkenheid en zijn eigen mening?

Ook in deze tijd zou dit heel leerzaam kunnen zijn. Laatst adviseerde de Raad van Openbaar bestuur dat er voldoende ruimte moet zijn ‘voor ambtenaren om hun opvattingen over beleidsonderwerpen te uiten, ook als hun boodschap een lastige is’. En in De Correspondent werd de vraag gesteld of het in een volwassen democratie goed is als ambtenaren zich laten horen.

Vandaar mijn zoektocht naar de ambtenaar in F. Springer. Zo vond ik dit pareltje. Schneider vraagt om een andere invulling van de door Nederland gewenste pacificatie in de Baliemvallei in Nieuw Guinea. ‘Ik weet zeer goed dat, gezien de huidige personeelssituatie bij de Dienst van Binnenlandse Zaken, mijn bovenstaande voorstel ridicuul zal klinken, doch het lijkt de enige weg die tot vreedzame voltooiing van de pacificatie en verdere consolidatie leidt […]

Waarom een pareltje? Afgezien van het prachtige taalgebruik zien we hier competenties die ook nu terugkeren in de functieomschrijvingen van de ideale ambtenaar: gevoel voor bestuurlijke verhoudingen, bewustzijn van de belangen van de organisatie, maar ook de competentie ‘stevig’.

Vorige week heb ik een verzoek ingediend bij Buiza voor het inzien van documenten. Alleen een kniesoor zou kunnen opmerken dat dit alles valt onder Soggen (studie-ontwijkend-gedrag) omdat ik natuurlijk mijn proefschrift moet afronden.

Update

Inmiddels heb ik op de website KNAW Huygens ING documenten gevonden uit de tijd waarover De Stille Trom is geschreven. Carel Jan Schneider was gestationeerd in Nederlands Nieuw Guinea en heeft als controleur een rapport geschreven over de zaak Gonsalves. Rolph Gonsalves, later PG Zware criminaliteit, had met harde hand opgetreden en werd beschuldigd van het vermoorden van leden van de locale bevolking. Aan Schneider werd opgedragen hier een rapport over te schrijven. Helaas bevindt dit rapport zich niet tussen de stukken. (In dit stuk wordt er naar verwezen). Wel zijn er veel documenten over de zaak Gonsalves en zo kunnen we nagaan hoe het bestuur invloed uitoefende om het OM, beter gezegd de heer von Meyenfeldt, te bewegen de vervolging van Gonsalves te staken. Daarover, alsmede over de vraag waarom in de jaren ’90 plots de Gonsalvesaffaire op kon komen,  is meer te lezen op de site van de familie Von Meyenfeldt. Meer over de huidige situatie in dit artikel in De Correspondent

 

 

Een gedachte over “Op zoek naar de ambtenaar in F. Springer

Plaats een reactie